Masterplan herontwikkeling Zuwe Zorgcentrum te Woerden
Restaurantiewerkzaamheden Museum Moderne Kunst te Arnhem
Zuiderhof II en kantoor van Doorne op de Zuid-as te Amsterdam
Realisatie restaurant Nonna te 's Gravendeel'

0106 Restauratie Museum Moderne Kunst te Arnhem

01-12-2008

De onderhoudswerkzaamheden in het gemeentelijk museum, een voormalige herensociëteit, die tussen 1 februari en 30 april 2007 verricht moesten worden, bestaan uit het aanbrengen van beveiliging, het vervangen van de verwarmingsinstallatie en het herinrichten van de museumwinkel. In die periode waren er geen tentoonstellingen geprogrammeerd.

De voorbereiding verliep te traag en op aandringen van het museum met name van zakelijk leider Marco Grob is in juli 2006 een externe projectleider gezocht. BOAG heeft nadat het door Jac Poels van Corgwell benaderd was Henk Jan van den Berg naar voren geschoven. Na een tien minuten durend kennismakingsgesprek met Wim van der Burgt en Ruud Meurs van de Gemeente was de samenwerkingsovereenkomst snel gesloten. Deze vlotte gang van zaken is kenmerkend voor het gehele project.

In augustus 2006 is Henk Jan van den Berg gestart met een analyse. Het investeren in een beveiligingsinstallatie vereist dat de functies op de goede plek gepositioneerd zijn. Het later aanpassen kost veel extra geld, wat na zo’n renovatie politiek niet haalbaar is. Het moment om orde op zaken te stellen was daar, nu er voor de vervanging van de verwarmingsinstallatie door een klimaatinstallatie allerlei bouwkundige werkzaamheden uitgevoerd moesten worden en er een budget beschikbaar was.

Dat functies niet op de goede plek lagen was al snel duidelijk. In de loop der tijd was de staf van het museum gegroeid en waren er allerlei kabinetten in de tentoonstellingsruimten omgebouwd tot kantoor. Beveiligingstechnisch gezien een ramp, omdat werktijden van de staf en openingstijden van het museum niet synchroon lopen waardoor er geen beveiligingszones in alarm gezet kunnen worden.

Indertijd is het ontwerp van de architect Henket maar ten dele is uitgevoerd. De ondergrondse verbinding tussen de westvleugel en de wel gerealiseerde aanbouw met restaurant en publieksentree is niet doorgegaan. Zodoende ontstond er geen cirkelvormig route, maar een lang lineair gebouw met een excentrische ingang. Voor het publiek is dat vervelend omdat dezelfde route weer terug gelopen moet worden. Bij wisselingen van tentoonstellingen was het vervelend,dat het museum na de ruimte waarin de wisseling plaats vond niet meer bereikbaar was of dat het publiek tussen de schilders en inrichters van de tentoonstelling door moest lopen.

Zo waren er nog meer gebreken en wensen. De directievleugel was alleen bereikbaar via de goedereningang, terwijl er een prachtig pad langs de rand van de stuwwal mogelijk was. De depots zaten door het gehele gebouw verspreid en voldeden niet aan de geldende eisen, waardoor het moeilijk werd om objecten in bruiklenen te krijgen. De route van de depots in de kelder naar de tentoonstellingsruimte was vol hoeken, waardoor 90% van de schades aan kunstvoorwerpen bij intern transport ontstond. Het restaurant was te klein om busgezelschappen te ontvangen naast andere museumbezoekers. Er was te weinig tentoonstellingsruimte en de projectruimte in het souterrain was niet goed bereikbaar. Er waren geen rustpunten of inleidende ruimten tussen tentoonstellingen, geen voor de beide sekse gescheiden kleedkamers en verouderde toiletten.

Eind augustus 2006 hadden er interviews met de medewerkers plaats gevonden, was de analyse gemaakt en de aanbevelingen door de Projectgroep opgesteld.

Op 13 november 2006 ging de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling akkoord met de uitgewerkte plannen. Hieraan hadden drie architectenbureaus gewerkt: Tak architecten voor de restauratie en het verwerken van de inbreng van Soda interieurarchitect. De inbreng van Hoogte Twee is uiteindelijk beperkt tot een tijdelijke constellatie van het auditorium en de indeling van het nieuwe kantoor. De plannen van Tak architecten om alle muren onder de koepel te verwijderen en alle oorspronkelijke buitendeuren terug te brengen, heeft het niet gered. De kolommen zijn wel weer allemaal in het zicht gekomen. Een aantal muren zijn blijven staan omdat het museum veel wandruimte wenste. De buitendeuren zijn niet teruggebracht omdat met een museale functie de beveiliging te kostbaar werd. Het installatietechnisch ontwerp is door de installateur Romijnders gemaakt onder streng toezicht van Bert Lans van de Gemeente.

Inmiddels was de waslijst gegroeid: er was geen tweede vluchtweg vanaf de verdieping, die daardoor met sluiting werd bedreigd; er waren geen of weinig gebruiksvriendelijke verduisteringsmogelijkheden; geen traploos instelbaar lichtniveau; geen relatie met de beeldentuin; geen praktisch ingedeelde werkplaats en de koepel was constructief aangetast.

Met de voorgenomen nieuwbouw van het museum in het plan Rijnboog was een forse investering niet aannemelijk. Maar als rijksmonument in de vastgoedportefeuille van de Gemeente was een goede verbouwing, waarbij onder andere het oorspronkelijke hoofdentree weer in ere hersteld is, wel verantwoord, zeker in de verwachting dat het museum nog minstens acht jaar het gebouw zou huren. Door een kritische beoordeling van de open begroting van Kuiper Bouw en een door Ernst & Young voorgestelde aanpassing op de uitgangspunten voor de beveiliging, die door Van der Hoogen en Initial Varel is gerealiseerd, zijn de basisopdrachten binnen het gegeven budget opgedragen.

Januari 2007 is in goed overleg met het museum gestart met de asbestsanering. Tijdens de verbouwing heeft landschapsarchitect Elyps een tuinontwerp gemaakt dat gedeeltelijk is uitgevoerd, met name het herstel van het gazon waar de bouwplaats gelokaliseerd was en de cortenstalen trap, die van wezenlijk belang was voor de Modebiënnale 2007. Voeg daaraan toe de aardverschuiving die gestabiliseerd moest worden, wat op advies van Witteveen en Bos door KWS is uitgevoerd, dan is dat een hectisch proces te noemen. In de soms hoog oplopende spanningen tussen de partijen stond de opzichter van de gemeente Gert-Peter Janssen, die het met dank voor de inzet van alle bouwvakkers de deadline haalde: de Modebiënnale kon op 1 juni 2007 geopend worden. Onder de bezielende leiding van de projectleider en directievoerder Henk Jan van den Berg is dit complexe project met een korte voorbereidings- en uitvoeringstijd tien maanden gerealiseerd. Een grootschalige renovatie van een museum hoeft geen jaren te duren!

De kantoorruimten en de westvleugel zijn in een rustiger tempo in de herfst 2007 opgeleverd. Anticiperend op een positief besluit in zake een door de Gemeenteraad ingesteld onderzoek om kostendekkende huur in rekening te mogen brengen zijn tal van zaken meegenomen in de laatste fase zodat het totale museum er goed uitziet, waarbij zeker hoofd gebouwenbeheer bij het museum Jan Lamboo genoemd moeten worden.

Doordat de kostende dekkende huur uiteindelijk niet is ingevoerd ontstond er een tekort op dit project. Onderzoek op last van B&W door Price Waterhouse Coopers heeft uitgewezen, dat op het niveau van de directievoering alles bekend en op tijd gerapporteerd is. Onder de auspiciën van Jan Willem Meinen is het project afgerond. Het (op een steekwagen) rollend archief van Henk Jan van den Berg schijnt binnen bepaalde afdelingen van de Gemeente beroemd te zijn!